insulineresistentie bij paarden

Insulineresistentie bij paarden – wat kun je doen?

In Natuurlijke gezondheid paard, Natuurlijke paardenvoeding by Linda Lebesque9 Comments

Insulineresistentie bij paarden zorgt ervoor dat het lichaam van je paard niet op de juiste manier kan omgaan met suiker in voedsel. Door insulineresistentie wordt de kans op hoefbevangenheid groter. Ook hebben veel paarden met insulineresistentie last van overgewicht.

Wat is insulineresistentie bij paarden?

De belangrijkste functie van insuline is het regelen van het bloedsuikergehalte. Tijdens en na het eten stijgt het bloedsuikergehalte. Insuline zorgt dan voor een verlaging van het bloedsuiker. Paarden met een insulineresistentie maken te veel insuline aan om de suikers die ze uit voedsel opnemen te verwerken. Een lange insulinestijging veroorzaakt dat de lichaamscellen ongevoelig raken voor insuline, waardoor je paard uiteindelijk niet meer in staat is om het bloedsuikergehalte weer op peil te brengen.

Symptomen van insulineresistentie bij paarden

Je kunt insulineresistentie onder andere herkennen door veranderingen in de hoef. De eerste tekenen van aantasting van de hoeven die horen bij een insulineresistentie ontwikkelen zich langzaam. Je zou vreemde groeiringen in de externe hoornwand kunnen zien, aan de onderkant van de voet. Ook een toegenomen breedte van de witte lijn van de hoef en kleine bloedingen (zien er uit als kleine ‘blauwe plekken’ in de teen wijzen op een insulineresistentie. Deze symptomen komen erg overeen met die van hoefbevangenheid.

Andere symptomen van insulineresistentie

  • Vetophopingen rond manenkam en staart
  • Overgewicht, maar soms ook ondergewicht
  • Lusteloosheid en spiervermoeidheid, niet willen werken
  • Huidproblemen

Als je er vroeg bij bent kun je een hoop problemen voorkomen. Er is namelijk goed om te gaan met insulineresistentie, voornamelijk door aanpassingen in de voeding en beweging van je paard. Denk jij dat je paard een insulineresistentie heeft? Je dierenarts kan dit testen door middel van een bloedonderzoek en het bekijken van de symptomen. Ook kun je een natuurgeneeskundig therapeut om advies vragen.

Behandeling van insulineresistentie bij paarden

Behandeling van insulineresistentie bij paarden is in grote mate hetzelfde als de behandeling van deze aandoening bij mensen. De klachten zullen nooit helemaal verdwijnen, maar je kunt er wel voor zorgen dat het niet erger wordt en dat de symptomen minder worden.

Dit kun je doen

1. Beperk makkelijk opneembare koolhydraten

Koolhydraten worden door het spijsverteringssysteem afgebroken tot glucose. Plotselinge hoge suikerwaarden in het voer leiden tot bovennormale waarden van het bloedsuiker. Omdat een paard met een insulineresistentie niet goed in staat is deze zelf te corrigeren, is het wenselijk dat insulineresistente paarden geen makkelijk opneembare koolhydraten binnen krijgen. Een voorbeeld hiervan is fructose in appels en granen. Ook zou je zo min mogelijk krachtvoer verspreid over de dag moeten voeren, zodat je paard niet teveel makkelijk opneembare koolhydraten in één keer binnen krijgt. Voer een krachtvoer met een laag suiker- en zetmeelgehalte of alleen een vitaminen- en mineralensupplement.

2. Voer langzaam opneembare koolhydraten

Het beste voer je grofstengelig, lang, uitgebloeid hooi. Je kunt ook stro bijvoeren. Ben je niet zeker over de kwaliteit van je ruwvoer? Je kunt je hooi laten analyseren door middel van een ruwvoeranalyse. Alleen dan weet je echt zeker wat je paard binnenkrijgt en hoe je het overige voedsel hierop kunt aanpassen.

3. Let op fructaan in gras en hooi

Erg belangrijk is het om het fructaangehalte in gras in de gaten te houden. Fructaan is een snel opneembare koolhydraat dat door gras wordt gemaakt onder invloed van zonlicht. Fructaan wordt aangemaakt om te kunnen groeien. Is groeien niet mogelijk bijvoorbeeld door het weer of de kwaliteit van de bodem, dan wordt het overige fructaan opgeslagen voor later gebruik. Bij warme, zonnige dagen en koude nachten (het voorjaar en najaar) is het fructaangehalte het hoogst. Als je hooi op dat moment gehooid is, kan het hooi ook teveel fructaan bevatten wat niet goed is voor je paard.

4. Magnesium

Een tekort aan magnesium maakt cellen vermoedelijk ongevoeliger voor insuline. Dit is nog niet wetenschappelijk aangetoond, maar het voeren van extra magnesium lijkt de insulineresistentie vaak te verminderen. Belangrijk is dan dat je kiest voor een supplement of voer met organisch magnesium. Dit magnesium is gebonden aan een aminozuur en wordt daardoor veel beter opgenomen dat anorganisch magnesium. Organisch magnesium wordt slechts in enkele voedingssupplementen gebruikt, let daarom goed op de beschrijving op de verpakking.

5. Beperk weidegang

Onder invloed van zonlicht stijgt en suikergehalte in het gras. Een insulineresistent paard kan het beste zo min mogelijk weidegang krijgen, bijvoorbeeld enkele uren per dag. Je kunt je paard in een paddock paradise houden of stripbegrazing toepassen. Een graasmasker is ook een optie.

6. Beweging

Beweging is heel erg goed voor een paard met insulineresistentie. Zorg voor voldoende beweging in de vorm van duurtraining. Dit zorgt ervoor dat je paard vet verbrandt en dat er minder insuline nodig is om het bloedsuikergehalte op peil te houden. Bouw het bewegen goed op zodat je paard rustig went om langere afstanden te lopen. Ga bijvoorbeeld lekkere lange  stapritten maken, naast of op je paard.

Niets missen van Natuurlijk Paarden? Tof! Volg ons op Facebook of meld je aan voor de nieuwsbrief.

Bronnen: Rapport Wageningen URvoervergelijk

Leave a Comment