Geschiedenis van het paard

De geschiedenis van het paard

In Natuurlijk paarden houden, Paardengedrag en communicatie by Jantine Steehouder59 Comments

Het wilde paard weet heel goed hoe het zichzelf moet voeden. Zelfs zonder inmenging van mensen komt het in een natuurgebied dat groot en divers genoeg is niets tekort. Dat is geen verrassing, dat komt door de evolutie. Hierdoor is het paard, in een tijdsbestek van miljoenen jaren, uitgerust met een verteringssysteem dat passend is bij de natuurlijke omgeving van het dier.

Als dat niet zo was, dan waren paarden in de afgelopen miljoenen jaren uitgestorven. En feitelijk gezien is dat ook gebeurd. Er zijn hartstikke veel vertakkingen in de evolutieketen, van paarden die er niet meer zijn. Alleen de paarden die zich het best konden aanpassen, (adapteren noemen we dat ook) hebben het overleefd.

Survival of the fittest

Ongeveer 10.000 jaar v.Chr., tijdens de laatste ijstijd, is er grote sterfte geweest onder alle paarden over de hele wereld. Eigenlijk overleefden er maar 2 soorten, de tarpan en de przewalski (al wordt er ook gespeculeerd dat de exmoorpony’s uit Groot-Brittannië voort zijn gekomen uit de oerkudde’s van voor de ijstijd.) We spreken hierdoor van een bottleneck en je kan het survival of the fittest noemen. Door natuurlijke selectie bleven alleen de paarden over die pasten bij het klimaat dat er toen was (en dat lijkt behoorlijk op wat het nu nog steeds is).

Domesticatie

Ergens tussen 10.000 en 5.000 jaar v.Chr. is de mens begonnen met domesticatie. Heel precies weten we het niet, want er is niets op schrift teruggevonden tot op heden. Maar uit opgravingen blijkt dat er in deze periode, over de hele wereld, langzaamaan steeds meer paarden een ontwikkeling doormaakten van prooidier (gegeten worden) naar nutsdier (meehelpen om andere prooidieren te vangen of arbeid leveren).

Fokkerij

Uit onderzoek is gebleken dat er een tweede bottleneck is ontstaan in de nabije evolutie van het paard. Rond 4.000 v.Chr. ging men zich op grotere schaal bemoeien met de voortplanting van het dier. Uit een vergelijking tussen het DNA van gedomesticeerde paarden en wilde paarden uit het heden en de oertijd, is gebleken dat alle paarden te herleiden zijn tot één vaderdier (of heel nauw verwant daaraan). Dat suggereert dat er veel minder verschillende hengsten zijn gebruikt dan in het wild zou gebeuren. Mensen gingen zich bezighouden met de fokkerij van paarden en konden daarmee controle op de evolutie van deze dieren uitoefenen. Waar het voorheen survival of the fittest was, werd vanaf toen gefokt ten behoeve van de mens.

Nieuwe impuls

Kort samengevat: in de eeuwen die volgden na domesticatie is het paard in de loop van de tijd steeds minder gaan leven zoals zijn wilde soortgenoten. Er zullen barre tijden zijn geweest, maar ook tijden waarin het paard behoorlijk in harmonie met de natuur mocht leven. En inmiddels zijn we in het heden aangekomen. De laatste eeuw is het paard weer een nieuwe ontwikkeling aan het doormaken. Van nutsdier is het een recreatiedier of atleet geworden. Dit geeft weer een hele nieuwe impuls aan de fokkerij, want de fokdoelen zijn compleet anders dan voorheen.

Exact hetzelfde

De huidige wilde paarden (bijvoorbeeld przewalski’s) zijn ten opzichte van duizenden jaren geleden geen steek veranderd. Hun behoeften en fysiologie zijn exact hetzelfde gebleven. Maar wat sommigen misschien zal verbazen, is dat onze gedomesticeerde paarden ook niet zo gek veel zijn veranderd. Zelfs niet na onze inmenging in hun voortplanting. Uiteraard zullen sommige rassen wellicht iets meer ‘oer’ zijn dan andere, maar eigenlijk is die (grofweg) 7.000 jaar aan domesticatie een peulenschil vergeleken bij de miljoenen jaren dat paarden al op deze aarde rondlopen.

Beste leefomgeving en voeding

Het is van grote waarde om de geschiedenis van het paard goed te kennen. Dit geeft ons heel veel informatie over hoe we het best de leefomgeving en voeding van het paard kunnen vormgeven binnen de gedomesticeerde omgeving. In België is een groot onderzoek gedaan naar een kudde wilde konikpaarden en daaruit bleek dat het voedingspatroon ongeveer voor 75% uit grassen (verdeeld over 24 grassoorten) en voor 25% uit andere planten (54 kruidensoorten + 11 houtsoorten) bestaat.

Gevarieerde voeding

Dat betekent dat je je paard een plezier doet als je zijn voeding heel divers te maakt. Hoe meer grassoorten in je weide en hooi, hoe beter. Daarnaast kan je op verschillende manieren (bijv. in de dagelijkse voeding of in buffetvorm) andere planten of grondstoffen geven. Denk hierbij aan bloemknoppen, zaden, stelen, bladeren en wortels van diverse geschikte planten. Maar denk ook aan vruchten, bessen, bast, humus en takken. Hoe beter je de ‘oer’-omgeving van je paard kan nabootsen, hoe beter hij tot zijn recht komt.

Image

Jantine Steehouder

Specialist natuurvoeding en biologisch weidebeheer
Blogs | PureHorse

Leave a Comment