In het dagelijks werk kom ik veel mensen tegen die zelf hun paard of paarden bekappen. Het is natuurlijk superleuk om zelf te bekappen, en als het goed gebeurt ook nog eens goed voor je paard, omdat er dan vaak minder grote veranderingen door een te lang bekapinterval zijn.
Echter zie ik wel dat vaak dezelfde fouten gemaakt worden. In deze blog ga ik daarom in op de 5 meest voorkomende valkuilen voor zelfbekappers.
1. Niets van de straal halen
Het kan zijn dat je tijdens de bekapcursus geleerd hebt dat je niets van de straal af mag halen, maar dat is helaas niet juist!
Ja een, vroeger groot, verschil tussen natuurlijk bekappen en traditioneel bekappen is dat bij traditioneel bekappen veel van de straal gesneden wordt en bij natuurlijk bekappen minder. De straal heeft een belangrijke functie in de doorbloeding, schokdemping en tast.
Bij een correct bekapte straal draagt in actieve fase het achterste gedeelte mee. Je kunt dit goed zien door als je de hoef optilt een rasp over de hoef te leggen. De straal mag dan de rasp nét niet raken.
Als het paard de hoef belast gaat de straal wel meedragen. Het voorste puntje van de straal doet echter niet mee in de belasting.
Daarnaast moeten de straalgroeven bijgewerkt worden. Dit zorgt ervoor dat vuil niet vastgehouden wordt.
2. Te veel Mustangrol
De hoefwand moet afgerond worden maar moet niet in zijn geheel van de dragende functie worden ontheven. Het kan er natuurlijk mooi uitzien zo’n afgeronde hoefwand en het klopt dat een te lange hoefwand eerder gaat brokkelen, maar dat is alleen het buitenste gedeelte.
Als je goed naar de hoefwand kijkt zie je een verschil tussen de buitenste helft en de binnenste helft. De binnenste helft, de ongepigmenteerde hoefwand, neemt een belangrijk deel van de dragende functie van de hoef voor zijn rekening. Rondom moet dit gedeelte van de wand niet meegenomen worden in de mustangrol.
3. Kwartierboogjes
Bij verschillende cursussen natuurlijk bekappen wordt er gesproken over kwartierboogjes (of scoops bij Strasser). Het is belangrijk dat de wand in de kwartieren iets korter is. Een te lange wand kan scheuren of ervoor zorgen dat de hoef in de kwartieren te breed wordt.
Ik geef zelf liever geen naam aan dit boogje; het ontstaat vanzelf als je de hoefwand de vorm van de zool laat volgen. Een goed kwartierboogje verdwijnt als de hoef volledig belast wordt. Je kunt dat controleren door de andere hoef op te tillen: het kwartierboogje bij de dragende hoef moet dan niet zichtbaar meer zijn.
4. Anticiperen op omgevings-omstandigheden
De omstandigheden waarin de hoeven van je paard moeten functioneren kunnen veranderen. Een professioneel hoefbekapper zal er bijvoorbeeld altijd rekening mee houden dat veel paarden gevoelig kunnen worden als er na een periode van droogte ineens weer veel regen valt.
Verandering van seizoen is hierin een belangrijke factor om bij stil te staan. Ook met het verhuizen van een paard naar een nieuwe (pension)stal, of het meedoen aan bijvoorbeeld een paardenvierdaagse moet rekening gehouden worden bij het bekappen.
Daarnaast zijn er andere factoren die een grote invloed kunnen hebben op bijvoorbeeld de stand van de hoeven van je paard. Zo kan het bezoek van een paardentandarts of fysiotherapeut een effect hebben op de stand. Houd hier rekening mee en kijk hoe je hierin kan ondersteunen.
5. Links- of rechtshandig: je voorkeurshand
Veel mensen werken gemakkelijker met de ene hand dan de andere. Ik kom zo wel wat paarden tegen die hierdoor scheef komen te staan. De ene kant van de hoef is door je voorkeurshand gemakkelijker te raspen dan de andere kant.
6. Werken met bot gereedschap
Aan het slijpen van gereedschap wordt vaak (te) weinig aandacht besteed tijdens een cursus zelf bekappen. Het probleem van bot gereedschap is dat je vaak meer kracht gaat zetten en dat het meer hakken wordt dan snijden. Ook is de kans veel groter dat je uitschiet met je messen!
7. Steunsels: hoe bekap je die?
De steunsels zijn misschien wel het moeilijkst om correct te bekappen. Ik zie zelfs heel veel werk van professionele bekappers en hoefsmeden waarin het bekappen van de steunsels echt te wensen over laat.
De steunsels behoren tot de hoefwand, maar mogen zowel actief als passief de grond niet raken. Te veel druk op steunsels kan zorgen dat zij omklappen en als het ware over de zool heen gaan liggen. Wanneer dat gebeurt zal een hoef vaak ook breder worden op die plek, maar het zorgt ook voor gevoeligheid in de verzenen.
Wanneer steunsels te lang zijn maar niet omklappen zorgen zij vaak binnen in de hoef, in het hoefkatrolgebied, voor pijn. Het effect van pijn in het hoefkatrolgebied kan zijn dat je paard de toon meer gaat belasten.
In dit artikel ga ik heel uitgebreid in op het onderwerp steunsels.
8. Te weinig bekappen
Natuurlijk ziet het er heel mooi uit als je alleen de wand afrondt. Op zich is dat heel goed om regelmatig te doen. Maar alleen het afronden van de wand telt niet als een bekapbeurt.
Als je alleen de hoefwand inkort en afrondt, kan het interval van de bezoeken van de hoefprofessional niet omlaag. Grote kans namelijk dat de druk op steunsels, straal etc. te groot wordt.
9. Over-bekappen
Een groot voordeel van zelf, tussendoor, bekappen is dat de hoeven correcter van vorm blijven. Maar er is ook een groot nadeel: de hoef groeit maar langzaam en wil zich aanpassen aan het gebruik.
Een professionele bekapper stuurt maar een beetje bij. Het gevaar wanneer je vaker bekapt is dat je de niet meer de hoefgroei bijstuurt, maar continue je eigen werk bijstuurt.
Als je met de trailer achteruitrijdt, moet je ook niet te veel sturen: je moet wachten tot de hele combinatie heeft kunnen reageren op je stuurbeweging. Gelukkig kun je met achteruit rijden nog wel je fout herstellen door weer een stukje vooruit te gaan! Bij bekappen kan dat alleen door een tijdje niet te bekappen.
Ik moet soms echt mensen op het hart drukken om een maand, of zelfs langer, even helemaal niets te doen.
10. Laat je werk controleren
Oeps, ik ben deze blog begonnen met in de titel “5 valkuilen”… Het zijn er inmiddels 10 geworden! Hoewel ik vroeger als ik een tekst geschreven had hem zo snel mogelijk publiceerde weet ik inmiddels dat mijn werk altijd gecontroleerd moet worden op leesbaarheid en taal.
Ik ben gepassioneerd en dyslectisch. Die combinatie kan ervoor zorgen dat de lezer de draad kwijtraakt. Laat je bekap werk dan ook controleren door een professional, zorg dat je je bewust bent van jouw valkuilen en, last but not least: luister naar je paard!
Jouw paard in het bijzonder
Let op: de valkuilen die ik bespreek in dit artikel, gaan over algemene bekappingen. Het kan natuurlijk zijn dat voor jouw paard bijzondere omstandigheden gelden. Ook in deze speciale gevallen kan het uiteraard geen kwaad om je bewust te zijn van je eigen valkuilen. En het kan zéker geen kwaad om met regelmaat een professional naar je werk te laten kijken. Daar kun je alleen maar wat van opsteken.
Tip van Natuurlijk Paarden
Hoefgezondheid ondersteunen met een supplement
Hilton Herbs Hoof & Health bevat rozenbottel (vitamine C) en zeewier (biotine, zwavel en essentiële omega vetzuren. Deze dragen bij aan de vorming van keratine: het eiwit dat zorgt voor gezonde, flexibele hoeven die zich kunnen aanpassen aan een veranderende leefomgeving.
Klaas Feuth
Hoefspecialist
Blogs | Hoefspecialist Klaas Feuth
Comments
Hallo Klaas,
Leuk om je blog te lezen! Ik hou zelf de voeten van mijn paarden bij sinds kort. Dat bevalt redelijk, ik mis inderdaad een controle van een specialist. Nu is het lastig om een kundig iemand te vinden in mijn omgeving. Wellicht heb jij tips van collega’s in onze omgeving die me kunnen helpen? Mijn gedachte achter zelf bijhouden is ip om te kijken wat nodig is tussen de bekapbeurten door van de smid/bekapper/trimmer. Ik woon in Amstelveen.
Alvast bedankt,
Met vriendelijke groet,
Sanne van de Vooren
Stalhouderij Braam